Concert |
![]() | Yes |
Date
![]() | Sunday, August 24, 1969 (51 years, 7 months and 26 days ago) |
Location
![]() | Amsterdam, Netherlands |
Venue
![]() | Paradiso |
Lineup
![]() | Jon Anderson (Vocals) |
![]() | Peter Banks (Guitars) |
![]() | Bill Bruford (Drums) |
![]() | Tony Kaye (Keyboards) |
![]() | Chris Squire (Bass) |
![]() | Aynsley Dunbar Retaliation |
![]() | Brian Auger Trinity |
![]() | Deep Purple |
![]() | Eire Apparent |
![]() | Ekseption |
![]() | Humble Pie |
![]() | Steamhammer |
Notes
![]() | Peter Banks's diary lists two gigs on this date, but gives no venue information listed in De tijd : dagblad voor Nederland 16-08-1969 and reviewed in Algemeen Handelsblad 25-08-1969, where it is noted that Yes did not appear. |
http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=yes+&page=9&sortfield=title&cql%5B%5D=%28date+_gte_+%2201-01-1969%22%29&cql%5B%5D=%28date+_lte_+%2231-12-1969%22%29&coll=ddd&identifier=ddd%3A011238442%3Ampeg21%3Aa0262&resultsidentifier=ddd%3A011238442%3Ampeg21%3Aa0262 |
Videos |
Memorablilia | Total: 2 |
![]() newspaper listing Alessandro Borri | ![]() review Alessandro Borri |
Reviews |
Slot popfestival Wat goed was kwam terug in Paradiso
Onplezierig voor Rotterdam maar prettig voor Amsterdam dat de Rotterdamse helft van het schaduwfestival van Jazz Bilzen niet door kon gaan, maar aangezien de brandweer pas vrijdag, vlak voor het begin van het driedaagse popgebeuren, de Tempel (de voormalige Josephkerk) afkeurde zat er voor een aantal groepen niets anders op dan maar twee in plaats van één keer in Paradiso te spelen.
Zo kon het gebeuren dat zondag alleen Brian Augers T r i n i t y nieuw was op het programma dat zes min of meer goede groepen telde. Stcamhammer, en Eire App a r e n t , zaterdag al in deze krant geprezen voor hun eerste optreden, mochten het nog eens over doen. De Bonzo Dog Band maakte bij de tweede gelegenheid veel goed door wat nreer attributen achterwege te laten maar wel muziek te maken. Vooral het slot van hun vrijwel identieke act was nu beduidend beter en dat alleen omdat er nu wel tijd gemaakt werd voor een saxofoonsolo. Deep Purple en Humble Pie kwamen gisteren terug op succesrijke optredens van zaterdag. Deep Purple oogstte toen een stormachtig gejuich met muziek die er zeer spectaculair uitzag maar weinig te zeggen had. Een gitaar uit elkaar trekken is natuurlijk wel aardig maar als het daarbij alleen gaat om het demonstreren van de mogelijkheden wordt het gauw meer een aangelegenheid voor vertegenwoordigers. Ook de organist van Deep Purple (overigens een heel goede) laboreerde nogal aan de kwaal om te snel te veel te gelijk te willen doen, zodat na een drijfjacht over de toetsen niets achterbleef. Popmuziek lijkt door de ongekende technische mogelijkheden op volume- en vervormingsgebied juist een zaak te worden voor mensen met discipline en die discipline juist nu maakte het
luisteren naar de Humble Pie zo aangenaam. Steve Marriott (exSmall Faces), Peter Frampton (ex-Herd), Greg Ridley (ex-Spooky Tooth) en Jelly Shirly, toch wel terecht geafficheerd als een nieuwe supergroup, speelden stevige muziek zonder echter maar een seconde onbeheerst ins blaue hinein te verdwijnen. De Pie doet bovendien aan zeer verzorgd vocaal werk — er is geen leadzanger, de heren vullen elkaar beurtelings aan — % wijl bovendien sprake is van ^een vriendelijk repertoire met veel „countryblues". Niet zo hoekig als The Band het speelt — hoewel het orgel van de Pie soms wel naar die groep verwijst maar wat losser van toon en ritme. Behalve country-achtig werk speelde Humble Pie met zichtbaar genoegen onvervalste rock and roll, o.a. in Eddie Cochrens Hallelujah I just lover so en hun eigen produkt Natural Born Bugie. Uitstekende groep die danig verraste, zo onder meer met een compositie voor twee orgels en een gitaar. Over orgels gesproken, Brian Auger viel gisteravond nogal tegen. Hij beheerst zijn instrument geweldig en zou ook zonder Julie Driscoll lang achtereen boeien als hij niet zulke bedriegersmuziek maakte. Auger laat zijn drie begeleiders tien minuten lang hetzelfde patroontje breien zodat iedere verandering die hij er in aanbrengt hem ogenblikkelijk tot de Grote Spanningkweker maakt. Een nogal gemakzuchtig musiceren dat bovendien snel afstompt.
Alleen in het laatste nummer van de Trinity Nieuwe Stijl werd het mediumtempo en het herhalingseffect verbroken wat een rommelig maar in elk geval boeiend stuk muziek opleverde. Rest te vermelden dat Aynsley Dunbar zaterdag met zijn Retalliaton een stevige blues speelde en dat Ferre Grignard, de Ekseption en Yes niet verschenen. Wat overbleef was overigens nog van behoorlijk hoog niveau. Het zou aardig zijn als ook volgend jaar gebruik gemaakt kan worden van de contracten die Bilzen afsluit maar het zou nog aardiger zijn als ze het in Rotterdam ook allemaal konden horen. TEF